Digitale BeleidsProkkels: Een nieuwe uitdaging (2)

Voorbereidingen
Dit jaar namen enkele organisatoren van de jaarlijks terugkerende BeleidsProkkels de moedige stap hun activiteit om te zetten naar een digitale bijeenkomst. Dat waren medewerkers van het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid en van Economische Zaken & Klimaat, de Verslavingsreclassering in Utrecht en UWV in Arnhem. En die stap vroeg om een heleboel creativiteit, want zo’n digitale Prokkel roept allerlei nieuwe vragen op. Bijvoorbeeld: Hoelang moet zo’n Prokkel duren? Met welk videobelprogramma gaan we contact met elkaar maken? Hoe gaan we het programma vormgeven? Er werd besloten dat de deelnemers naast een aanmeldformulier ieder twee vragen mochten insturen. Zo kon er een programma op maat gemaakt worden. Dat bleek heel goed te werken. Uiteindelijk is er gekozen voor groepen van vier tot acht personen binnen sessies van één à twee uur.  

De BeleidsProkkels
Enkele dagen voor de BeleidsProkkels werd er geoefend met het inbellen. Voor een aantal deelnemers bleek het beeldbellen een uitdaging te zijn. Het oefenen was daarom een goed idee, maar het selecteren van een gebruiksvriendelijke videobelmethode is minstens even belangrijk.   

Op donderdag 11 juni zaten ongeveer dertig deelnemers klaar achter hun laptop, tablet of telefoon. De Prokkels verliepen over het algemeen zonder al te veel hobbels. En er volgden zelfs nog verrassingen tegen het eind van de sessies. Er werden bijvoorbeeld (digitale) certificaten uitgedeeld en bij de BeleidsProkkel van het ministerie van SZW deed staatssecretaris Tamara van Ark het laatste half uur mee. Ze was zeer geïnteresseerd in de ervaringen van de deelnemers, ook juist nu in coronatijd. Een unieke ontmoeting die leidde tot een bijzonder groepsgesprek. 

Reacties
De reacties op de BeleidsProkkels zijn over het algemeen erg positief, van zowel de organisatoren als de deelnemers. Zo zei één van de organisatoren: “Het was een leuke club mensen, ze luisterden naar elkaar, vulden elkaar aan en er werd ook gelachen.” Een ander zei: “We hebben vooraf even geoefend met een aantal deelnemers en dat ging helemaal goed. Gelukkig was dat ook zo op het moment zelf!” Meerdere deelnemers gaven aan het prettig te vinden dat er rekening werd gehouden met hun beperking: “In het begin werden er wat moeilijke woorden gebruikt, maar toen ik daar wat van zei, werd er prima rekening mee gehouden”, zei iemand. Zo kon iedereen wat van elkaar opsteken. 

En natuurlijk verloopt zo’n digitale Prokkel af en toe een beetje rommelig. Zo was het inbellen soms lastig of werd er af en toe door elkaar heen gepraat. En ‘normale’ BeleidsProkkels duren meestal een stuk langer waardoor sommigen vonden dat het allemaal te snel voorbij was. 
Maar dat viel in het niet bij de bijzondere en unieke ervaring. Een deelnemer zei achteraf: “Mooi dat ze het ondanks deze tijd toch mogelijk hebben gemaakt dat we deze Prokkel konden bijwonen.”  

Omdat de deelnemers van tevoren vragen mochten insturen, en het programma aan de hand van hun vragen werd vormgegeven, konden zijzelf de BeleidsProkkel de richting in sturen die zij interessant en belangrijk vonden. Veel deelnemers zijn dan ook tevreden dat er de tijd werd genomen voor het beantwoorden van hun vragen. Ze voelden zich serieus genomen en merkten dat ze er echt toe deden omdat ze konden meedenken over toekomstig beleid. Daardoor namen ze zichzelf ook serieus, waaruit blijkt dat zelfontwikkeling pas plaatsvindt als er contact wordt gemaakt met de ander. Want wat was er nou het mooiste? “Dat er echt naar je geluisterd werd.”  

Ondanks het succes hopen we dat deze BeleidsProkkels hun eenmalige digitale status behouden en dat de deelnemers volgend jaar weer op locatie kunnen Prokkelen.