Gastvrouw op het stembureau

Door Micky, onze ervaringsdeskundige verslaggever

Afgelopen 15 maart was het dan zover. Ik was voor de eerste keer stembureauvrijwilliger.
Ik kon uit een aantal bezigheden kiezen. Omdat ik het nog niet helemaal aandurfde om met een duo te werken en ID-kaarten en stempassen aan te nemen, heb ik voor de rol van Gastvrouw gekozen.
Mijn rol hield simpelweg in dat ik mensen welkom heette op het stembureau en ze naar één van de twee stembureaus kon wijzen.
De locatie waar ik was ingedeeld zat in een kerk, dus hadden we twee in één die dag.

Rond de klok van tien heb ik me gemeld bij de voorzitter van de vrijwilligers die dag. Ik werd zelf ook hartelijk welkom geheten en ik heb even staan kletsen met hem.
Ik heb hem natuurlijk gevraagd of hij wist wat stichting Prokkel was. Later kwam ik erachter dat eigenlijk geen van mijn collega’s enig idee had wat Prokkelen eigenlijk betekende.
Dat heb ik elke keer met veel plezier uitgelegd uiteraard en de reacties waren positief.
Met één collega in het bijzonder had ik fijne gesprekken over wie ik was, wat ik deed en hoe ik zo bij het stembureau terecht was gekomen. En het bleek dat hij een 17-jarige autistische dochter heeft. Dat was een mooi samenkomen van twee werelden.
Ik was al snel gelukkig met de plek en mijn rol. Ik heb zelfs mijn oma nog gedag kunnen zeggen die daar kwam stemmen!

Rond de middag kreeg ik te maken met een verwarde en psychisch zeer kwetsbare vrouw. Ze was eerst bij het dagcentrum voor de ouderen (die in dezelfde kerk was) terechtgekomen. Maar daar kon ze niet geholpen worden. Ik heb haar verhaal aangehoord, maar dat werd langzaam een trauma-dump. Hoe ga je daarmee om als je zelf ook een kwetsbaarheid hebt?
Ik kon me er gelukkig voor afsluiten en de grote lijn in haar verhaal erbij houden. Maar ik vond het ook wel heftig. Voor haar, maar ook voor mezelf, want ik kon haar niet verder helpen.
Er is uiteindelijk iemand geweest die haar wel kon helpen en ik kon gewoon weer aan mijn eigen werk.

Een uur voor ik naar huis kon, begon ik toch wel echt mijn lijf te voelen. Mijn rug en mijn voeten waren niet gelukkig met me en ik begon flink moe te raken. Een hele dag staan, lopen en vriendelijk blijven is vermoeiend. En dan had ik nog het geluk dat ik niet hoefde te tellen, zoals een aantal van mijn collega’s.
Ik ben moe, maar zeer voldaan rond een uur of vier naar huis gegaan.
Daar kon ik lekker op de bank ploffen, de rest van de week hoefde ik vrij weinig te doen, dus kon ik heerlijk bijkomen van een drukke, vermoeiende maar bovenal hele leuke dag!