“Kunnen wij nog iets doen om de opkomst te verhogen?”

Bron: website provincie Noord-Holland

Commissaris van de Koning Arthur van Dijk ontving donderdag 16 februari een groep stembureauvrijwilligers met een verstandelijke beperking (uit Noord-Holland, red.).

In het provinciehuis ontspon zich een geanimeerd gesprek met een lach en een traan, ontwapenende eerlijkheid en een kristalheldere boodschap: iedereen moet overal aan kunnen meedoen.

De ontmoeting in Haarlem was de aftrap van een praktijkdag voor zogeheten Prokkelduo’s. Dit zijn mensen met een licht verstandelijke beperking die onder begeleiding helpen op een stembureau. Stichting Prokkel zet zich in om stembureaus inclusiever te maken. Doel voor de komende Provinciale Statenverkiezingen: in minimaal 200 gemeenten een stembureau waar een Prokkelduo actief is. 

“Ik wil laten zien dat ook mensen met een beperking dit kunnen”, antwoordde deelnemer Romanja Mast op de vraag waarom ze vrijwilliger wil zijn op een stembureau. “Mensen zien vaak alleen maar wat je niet kan, in plaats van wat je wel kan. Wij willen gewoon normaal meedoen.”

Om de vrijwilligers meer bij de verkiezingen te betrekken, was de provincie Noord-Holland gastorganisatie van de praktijkdag. Het trainingsprogramma startte in de Statenzaal. Eerst was er een gesprek met de commissaris van de Koning, daarna gaf vrijwilliger Ingrid van der Geest een presentatie over het stembureau en vervolgens kregen de deelnemers spelenderwijs les. 

Rood gekleurd

Van Dijk vroeg wie er al eens had geholpen bij de verkiezingen. 4 opgestoken vingers en 1 reactie: “Ik niet, dus dit is een droom die uitkomt!” Daarna deelden vrijwilligers hun stembureau-ervaringen. Zo bekende iemand lachend weleens “alle vakjes op het stemformulier rood te hebben gekleurd.” “Dan ben je wel even bezig geweest”, aldus de commissaris, die een spervuur aan vragen kreeg. Ze gingen onder meer over stikstof, wonen, politieke voorkeuren en vertrouwen. 

Zoals: ‘Waarom komen partijen die de verkiezingen winnen hun afspraken niet na?’ “Als je wint, betekent het niet dat je alles kunt doen wat je wilt”, legde Van Dijk uit. “Je moet samenwerken. Een voorbeeldje: mijn dochter woont in een woongroep. Om te bepalen wat zij en haar medebewoners willen eten, knippen ze in het weekend hun favoriete menu’s uit. Daarna gaan ze met elkaar in gesprek om tot een weekmenu te komen. Je moet het dus samen doen. In de politiek werkt dat ook zo.”

Voor iedereen

“Is er een partij voor gehandicapten?” Van Dijk: “Nee, maar ik hoop wel dat partijen méér opkomen voor mensen met een beperking. Zodat bijvoorbeeld een gebouw zoals dit toegankelijk is voor mensen in een rolstoel. Iedere politieke partij heeft de plicht om er voor iedereen te zijn.”

Een andere vrijwilliger wilde weten of ze naar een vergadering mag komen om haar mening te geven. “Ja, dat mag”, zei de commissaris, “want jullie zijn allemaal inwoners van Noord-Holland. En je hebt het recht om in te spreken. Dat moet wel even goed worden aangemeld, maar daar helpen wij je graag bij.” “Mag ik u een groot compliment geven voor uw goede taalgebruik?”, klonk het vervolgens uit de zaal. “Zo begrijpen wij het goed.” “Wat lief”, reageerde Van Dijk. “Die kan ik mooi in mijn zak steken. Dankjewel!” De vragensteller: “Alstublieft!” 

Volgende vraag: “Hoe hoog denkt u dat de opkomst wordt en kunnen wij nog iets doen om die te verhogen?” Van Dijk: “Gaaf, deze vraag! Ik denk dat de opkomst ligt op 50% of iets meer. Dat betekent dat er heel veel mensen zijn die 15 maart geen gebruik maken van hun stemrecht. Zonde, want met 23 partijen is er flink wat te kiezen in Noord-Holland. Wat je kunt doen, is in gesprek gaan over de verkiezingen. Stemrecht is heel belangrijk. Jij mag hier meebeslissen. Er zijn landen op de wereld waar je niks te kiezen hebt; waar 1 iemand alles voor jou bepaalt.”

Goed idee

Weer een andere deelnemer wilde graag vertellen over een idee uit Engeland dat ze naar Nederland wil halen: een sleutelkoord met zonnebloemen voor mensen met een beperking. Zo kan de omgeving meer rekening met ze houden. “Toen ik deze keycord om had in het openbaar vervoer in Engeland, vroeg iemand of ik misschien wilde zitten. Dat vond ik heel fijn en dat wilde ik wel.” Van Dijk: “Wat een goed idee! Daar wil ik meer over weten, zodat we dat hier misschien ook kunnen inzetten.”

Vrijwilliger Ingrid merkte met een brok in haar keel op dat er in het openbaar vervoer nog veel kan verbeteren voor mensen met een beperking. “Ik hoor verhalen over buschauffeurs die doorrijden als er mensen in een rolstoel bij de halte staan. Zelf ben ik gepest en geslagen in de trein. Daardoor durf ik nu niet meer met de trein. Wat vindt u daarvan?” 

“Afschuwelijk! Ik word er boos om”, reageerde Van Dijk. “Als jullie dit soort verhalen hebben, vertel ze me dan. Ik wil ervoor zorgen dat ze terechtkomen bij de mensen die hiervoor verantwoordelijk zijn. Jammer genoeg kan ik het niet voorkomen, want er lopen helaas rare mensen rond. Maar we moeten kunnen zijn wie we zijn en er is voor iedereen een plekje. Niemand is perfect. Iedereen heeft een beperking. Ik ook.” 

Foto- en dobbelspel

Na de ontmoeting en de nodige selfies met de commissaris, kregen de deelnemers trainingen over het stembureau en hun taken. Zo werd er een foto- en dobbelspel gespeeld. Op de dobbelsteen stonden vragen over de verkiezingen. Daarover gingen de deelnemers met elkaar in gesprek. 

David Griebling dobbelde de vraag ‘waarom wil je stembureauvrijwilliger zijn’. “Ik vind het belangrijk om meer te weten over hoe het stemmen in zijn werk gaat”, lichtte hij toe. “Ook wil ik graag nieuwe mensen leren kennen. En soms moet je buiten je comfortzone gaan. Dat is goed voor je. Ik stem zelf natuurlijk ook op 15 maart. Want als je hebt gestemd, mag je daarna ook mopperen over de politiek, vind ik.”